Entry exam advanced
Dear student,
Good luck with this advanced entry exam!
Please enter your name, email and phone number. We use this information so we know who's score it is.
1 / 25
Fill in the correct form of the verb in the given tense. Watch out: sometimes you have to fill in more than one word and sometimes you have to fill in the right personal pronoun too!
Hij dat zijn vriendin een leuke jurk ! (vinden, dragen, present) je even mee naar de Albert Heijn? (lopen, present) Wat zijn jouw plannen voor morgen? - Morgenmiddag en daarna in de club! (hardlopen, future; dansen, future) We u vanmiddag . (contacteren, future) jij ooit in Amsterdam ? (zijn, present perfect) De oude man al vele jaren . (leven, present perfect) Gisteravond met mijn vrienden op Leidseplein. (uitgaan, past simple) Ik vroeger bij de Albert Heijn. (werken, past simple).
2 / 25
Which sentence is correct?
3 / 25
Fill in the correct form of the verb in the past perfect
(example) Hij had nog nooit van Guus Meeuwis gehoord, voordat hij naar Nederland verhuisde. Toen ik op het feestje aankwam, al mijn vrienden al meer dan vijf biertjes . (drinken) Voordat mijn vrienden wakker werden, ik al naar de supermarkt om ontbijt te kopen. (fietsen) Ik mijn huiswerk al eerder dus ik kon gisteren lekker chillen in het zonnetje. (afmaken)
4 / 25
Fill in the present continuous
(example) Wat doe je? - Ik ben lekker aan het chillen. Ik was aan mijn scriptie toen mijn laptop opeens kapot ging. (werken) Ik was met mijn neef, dus ik heb niet gehoord wat je zei. (bellen) Wie is jullie spelletje ? - Ik niet! 🙁 (winnen)
5 / 25
Fill in the correct form of the present continuous (inlcuding the right conjugation of 'zijn' in the given tense). Watch out: sometimes you have to add the personal pronoun too!
(exampe) Gisteren waren wij aan het wandelen in de bergen toen het begon te onweren... Vanmorgen toen het opeens heel hard ging regenen! We kwamen helemaal nat aan op de universiteit 🙁 (fietsen, past) Wat ? - Ik omdat jij hier met je vieze schoenen hebt rondgelopen! (doen, present; stofzuigen, present)
6 / 25
Give the translation:
Were you searching me?
7 / 25
Fill in the correct form of the reflexive verb.
(example) Ik heb me verslapen en daardoor ben ik te laat op mijn sollicitatie 🙁 Jullie hebben , het feestje is morgen pas! (zich vergissen = to be mistaken) Zij proberen die sloot over te springen, ze . (zich uitsloven = to show off) Jullie doen alsof er niks aan de hand is. wel hoe erg de situatie is! (zich realiseren = to realise)
8 / 25
Fill in the imperative form of the verb given.
(example) Doe niet zo vervelend! nooit naar mensen die onaardig tegen je zijn. (luisteren) niet je kleren van de waslijn te halen voor het gaat regenen! (vergeten) niet zo arrogant! (zijn)
9 / 25
Fill in the correct verb in the correct form (choose from zitten, liggen, staan, hangen, lopen)
Ik weet niet zeker of mijn sleutels in mijn zak of nog op tafel ... Het Pieterpad helemaal van Groningen naar Limburg. In de brief alle informatie die je nodig hebt. Het ervanaf: als het mooi weer is gaan we picknicken, maar als het regent gaan we naar een restaurant. Wat er in je fles? Waar jouw grenzen? Het is belangrijk dat je ze op tijd aangeeft!
10 / 25
Fill in the translation of would / could / should (have)
(example) Hij zou hoge cijfers halen voor zijn toetsen als hij meer studeerde. Ik je helpen als ik wist hoe! (would) Ik studeren, maar daar heb ik niet zoveel zin in. (should) Ik meedoen als ik niet ziek was geweest! (could have) Zij opletten wat de politie zei, dan waren ze niet in de problemen gekomen. (should have)
11 / 25
Which is an INcorrect way to order a beer in Dutch:
12 / 25
Give the translation of:
May I ask something?
13 / 25
Fill in the correct form of the adjective.
Mijn fiets is die die bij dat hek staat. (geel) Ik heb ervaring dan de andere kandidaten, maar mijn motivatie is . (weinig, groot) Ik wil je iets geven voor je verjaardag, maar ik heb geen idee wat je zou willen! (mooi)
14 / 25
Fill in the correct personal pronoun.
(example) Ik houd van jou.
Mag ik het boek 'Jip en Janneke' van Annie MG Schmidt van je lenen? - Ja, hoor. - Dank je wel dat ik boek mag lenen! Ik geef het boek volgende week terug. Lisa zegt dat man de liefste man is op de wereld, omdat hij altijd cadeautjes geeft. Lisa en Jan hebben huis opgeruimd.
15 / 25
Fill in the correct demonstrative pronoun.
kopje koffie is van mij! (that) lieve meisje is mijn dochter. (that) problemen zijn heel vervelend. (these)
16 / 25
Fill in the translation of the demonstrative pronoun + preposition combination.
Wil je me helpen met de afwas? - Nee, wil ik je niet helpen! (with that) Wat is jouw mening over dit besluit? - heb ik geen mening. (about this) heeft u deze brandblusser nodig? (for what) denk jij? -Ik denk aan jou <3 (on what)
17 / 25
Fill in the answer to the question using 'er'.
Dit weekend is het feestje van mijn buren. Heb je er zin in?
- Nee, ...
18 / 25
Fill in the answer to the question, using er + a preposition
(example) Ligt mijn sleutel op de keukentafel? - Ja, je sleutel ligt erop. Heb je nog nagedacht over het idee van Jan? - Ja, ik heb nagedacht en ik vind het een slecht plan. Ben je je tas kwijt? Heb je al onder het bed gekeken? - Ja, ik heb gekeken en daar lag een heleboel troep! Maar mijn tas lag er niet 🙁 Ga je ook naar het feestje van Jan en Lieke? Ja, ik ga ! Tot dan!
19 / 25
Which sentence is INcorrect?
20 / 25
21 / 25
22 / 25
23 / 25
Open question: Vertel wat je afgelopen weekend hebt gedaan (in ongeveer vijf zinnen).
24 / 25
Open question: Vertel waarom jij het leuk vindt om Nederlands te leren. Geef drie redenen.
25 / 25
Open question: Vertel over de verschillen tussen Nederland en het land waar je vandaan komt (in ongeveer 10 zinnen).
Your score is